Het klinkt indrukwekkend: voor het eerst in vijftig jaar heeft Japan een lijnvliegtuig geproduceerd.

Begeleid door traditioneel tromgeroffel werd vorige week de Mitsubishi Regional Jet (MRJ) gepresenteerd. Mitsubishi heeft als 230 orders binnen voor de kist. Mitsubishi wil 40 miljoen dollar per toestel rekenen. Maar analisten vragen zich af of de MRJ ooit geld in het laatje gaat brengen voor Mitsubishi, schrijft de Economist.

Veel concurrentie

Grote conglomeraten zoals Mitsubishi zoeken naar nieuwe groeimarkten. Zo legde de gigant zich toe op de winstgevende bouw van turbines voor windmolens. Maar om alleen de kosten van dit project eruit te hebben zijn nog eens 500 orders nodig, zeggen analisten.

En dat kan nog wel eens lastig blijken. De markt voor regionale vliegtuigen wordt gedomineerd door het Braziliaanse Embraer en het Canadese Bombardier. Bovendien werken Russische en Chinese bedrijven óók aan regionale vliegtuigen, die goedkoper kunnen uitvallen dan de MRJ.

Gloriedagen zijn alweer even geleden

Er bestaat enige twijfel aan het vermogen van Mitsubishi om dit project op eigen kracht te klaren. Mitsubishi is een legendarische vliegtuigfabrikant, maar die reputatie stoelt vooral op de Zero, een berucht gevechtsvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog mocht het bedrijf zich aanvankelijk niet meer met luchtvaart bemoeien.

Pas in 1962 begon Mitsubishi aan de ontwikkeling van een vliegtuig voor de middellange afstand. De productie werd tien jaar later wegens hoogoplopende kosten afgeblazen. Sindsdien is Mitsubishi toeleverancier, voor Boeing, en fabriceerde het Amerikaanse gevechtsvliegtuigen onder licentie.

Alles in eigen hand

Vertrouwen op eigen kunnen kan juist de sleutel voor succes zijn: anders dan in de jaren zestig heeft Mitsubishi de ontwikkeling en bouw in eigen hand gehouden. Het is niet uitgesloten dat Mitsubishi na 2020 gaat verdienen aan de MRJ, zoals het bedrijf gepland heeft. Veel Japanse bedrijven hebben in het project geïnvesteerd: het zou een klap zijn voor de Japanse nationale trots als de MRJ geen succes wordt.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl